Alles wat u wilt weten over snoep van vroeger

Snoep van vroeger en alles wat je hier over wilt weten:
Als mensen proberen uit te leggen waarom ze De Beste Drop Ooit zo lekker vinden, dan laten ze vaak de woorden ‘ouderwets lekker’ horen. Of ze het nu over De Beste Zoete Drop ooit, de Beste Zoute Drop Ooit, de Beste Honingdrop Ooit of De Beste Laurierdrop Ooit hebben. Kennelijk doet het denken aan ‘snoep van vroeger’.
Ach ja, vroeger… Toen was alles beter. Kinderen waren uren zoet met een hoepel. En als je wilde kon je bij iedereen zo naar binnen doordat er overal een touwtje door de brievenbus hing. In snoep zaten louter pure ingrediënten, geen E-nummers waarvan je onmogelijk kan achterhalen wat het precies is.
Het waren simpeler tijden. Oké, de mensen werden minder oud en je waste jezelf maar één keer per week in een tobbe met water die je samen met je veertien andere broers en zussen moest delen, maar toch… het was een mooie tijd.
Of die tijd ooit ook echt heeft bestaan is natuurlijk maar de vraag. En of het inderdaad allemaal zo mooi en fijn was, al helemaal. Maar de mens verlangt nu eenmaal van nature altijd een beetje naar vroeger. En gaan daarom ook graag op zoek naar manieren om die tijd te herbeleven. Een zakje met snoep van vroeger kopen, is een van de manieren.
Maar welke 'vroeger' zit er eigenlijk in 'snoep van vroeger'?
Wat is snoep van vroeger precies? De mens snoept al duizenden jaren. De drang naar zoetigheid is aangeboren. Vooral in onze kindertijd hebben we behoefte aan zoete smaken. We barsten dan immers van de energie. En suikers zorgen ervoor dat we even wat extra energie krijgen. Als we wat ouder worden neemt onze behoefte aan zoetheid af. Maar het blijft lekker. En als je snoep van vroeger snoept, kreeg je ook nog eens zoete herinneringen aan lang vervlogen tijden. Snoep van vroeger zou bijvoorbeeld de snoep van je jeugdjaren zijn.
Maar die zijn voor iedereen veschillend. Ben je in 1954 geboren, dan is snoep van vroeger een zakje boterbabbelaars. Of kaneelkussentjes. Of hopjes. Of tumtummetjes. Of kokindjes. Ben je in 1978 geboren dan word je weemoedig bij de gedachte aan snoepkettingen, witte muizen, vliegende schotels, krijtlolly’s, potjes zwart-wit en felgekleurde rietjes met zoetzure poeder. En ben je ergens aan het begin van de jaren ’90 geboren, dan krijg je een spreekwoordelijke brok in de keel van zure matten, push pops, chupa chups en het knetterende crazy dips.
Als iemand het over ‘snoep van vroeger’ heeft, gaat het meestal over de eerste categorie. Over snoep van voor de Tweede Wereldoorlog zeg maar. Toen je voor een paar cent perendrups, haknougat, wijnballen, salmiakknotsen en trekdrop kon kopen. Dat soort snoep van vroeger noemen we ook wel oudhollandse snoep.

Hoe gewoon snoep ineens oudhollands snoep werd
Je zou kunnen zeggen dat met de bevrijding een snoeptijdperk werd afgesloten. Toen de Amerikanen en Canadezen ons kwamen bevrijden, introduceerden ze kauwgum. Dat veranderde alles. Rond diezelfde tijd kwam er nog een ander nieuw fenomeen op: de supermarkt. En in die supermarkten kon je steeds meer producten vinden die voorverpakt waren. In de supermarkten was er bovendien niemand meer die de snoep voor je in een zakje schepte, zoals in de ouderwetse drogisterij het geval was.
Daarnaast werd de import en export van verschillende producten eenvoudiger. En kwam er ook snoep binnen waar we tot voor kort nog onbekend mee waren. Zo vind je in Nederland de firma Van Melle, die in 1932 de rechten kocht om een Poolse fruitbonbon te produceren, die bekend zou komen te staan onder de naam Fruitella. Nadat hun in Breskens geplaatste fabriek in de Tweede Wereldoorlog door een bombardement wordt verwoest, krijgen ze in 1950 de mogelijkheid om in Rotterdam een nieuwe fabriek op te bouwen. Naast Fruitella maken ze ook pepermuntjes met een zachte inhoud die we leren kennen als Mentos. In 1960 begint de firma Van Melle Mentos als Fruitella in rollen te verkopen. Merken als Todrop en Autodrop doen hetzelfde: ze verkopen snoep in rolletjes.
En zo, met de opkomst van handig voorverpakte snoep, wordt de snoep die je voorheen kocht bij bijvoorbeeld drogisterijen en bij de kermiskraam ineens ouderwets. En terwijl het ouderwets wordt, kleeft er ook ineens een nostalgisch gevoel aan. Naar een tijd die lang vervlogen is en nooit meer terugkomt.
De vraag naar ambachtelijke drop begint te stijgen
Terwijl die tijd steeds verder wegebt, groeit ook het verlangen ernaar. In de jaren ’90 begint dat ook voor drop te gelden. Doordat de Venco’s, Redbands, Autdropjes en Katja’s in de jaren ’70 en ’80 steeds groter waren geworden, is de wat meer ambachtelijke drop naar de achtergrond verdwenen. De grotere snoepfabrikanten willen de kosten van hun product zo laag mogelijk houden. En zo constant mogelijk houden. Daarom vervangen ze het dure Arabische gom bijvoorbeeld door gelatine. En als je een honingdropje wilt maken, dan gebruik je bijvoorbeeld geen echte honing, maar een sterk geconcentreerd aroma. Kost veel minder en wie proeft het verschil?
Nou, stiekem proeft iedereen het verschil. En daarom beginnen er in de jaren ’90 weer dropjes te komen die bijvoorbeeld nadrukkelijk wél Arabische gom gebruiken. Die drop noemen ze dan ‘ouderwets lekkere drop’.

Waarom De Beste Drop Ooit ook ouderwets lekker is
Als Klepper & Klepper in 2015 ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum van Klepper Sr. een dropje produceren, besluiten ze ook een dropje te maken waarin kwaliteit voorop staat. Een dropje dat met liefde en aandacht is gemaakt. En dat uit authentieke ingrediënten bestaat. In De Beste Drop Ooit zit dan ook geen gelatine. Net als in de oudhollandse geveltjesdrop is er als bindmiddel geen Arabische gom gebruikt, maar aardappelzetmeel. En geen gemodificeerd tarwezetmeel, waardoor De Beste Drop Ooit ook nog eens glutenvrij is.
Om de beste honingdrop ooit te maken, hebben Klepper & Klepper er 12% echte honing ingestopt. En in de Beste Laurierdrop Ooit zit zuivere laurierolie. Natuurlijke ingrediënten. En dat proef je. Zoals je dat honderd jaar geleden ook proefde. Ouderwets lekker: Snoep van vroeger.